Deze ochtend had de actieve peuter een probleem. Hij kon maar niet beslissen of hij mét dan wel zonder pamper en body’tje wou blijven rondlopen. Overdag is hij helemaal droog, maar ’s nachts doen we hem voor de zekerheid nog een luier aan. En een slaapzak, anders klimt hij zonder problemen uit zijn babybed. Hoog tijd eigenlijk om hem naar een groter bed te verhuizen, zonder spijlen, maar ik vrees voor talloze nachtelijke escapades, meestal richting onze slaapkamer, maar wie weet, misschien ook wel naar de keuken, om daar via een stoel en het aanrecht de snoepkast te plunderen. Ik heb er een hekel aan om ’s nachts wakker te worden omdat je geluiden hoort in de woonkamer, om dan te ontdekken dat het je eigen kind is, dat 3 uur in de ochtend het beste moment vindt om cornflakes te eten, terwijl jij al alle mogelijke doemscenario’s, van inbrekers tot geesten, de revue had laten passeren. Nog erger is wakker worden, je ogen open doen, en in het gezicht van je kind te staren dat zich op nog geen 5 cm van het jouwe bevindt. De eerste keer zat ik bijna tegen het plafond! Still gets me every time…
De situatie deze ochtend dreigde ondertussen te escaleren in een incident niveau 3: tijdrovende confrontatie tussen moeder en kind (mijn schaal van incidenten gaat tot niveau 5: absolute escalatie met ernstige straffen tot gevolg). Ik had al snel door dat de actieve peuter zijn volle 12 kg in de strijd zou gooien om te verhinderen dat ik eigenhandig zijn nachtgoed uit zou doen. En worstelen met die gewichtscategorie staat niet op mijn lijstje van favoriete bezigheden op een weekochtend. Het was tijd om de hulptroepen in te schakelen en een massief afleidingsmanoeuvre op te starten. De middelste zoon kon ik het niet vragen. Meestal is die wel te vinden voor zo’n klusjes, maar deze ochtend was hij in een Verschrikkelijke Ikke trance. Ik wilde hem niet storen terwijl hij zo flink een Mega Blocks Minion in elkaar knutselde. Voorzichtig informeerde ik bij de oudste zoon: wou hij de actieve peuter even afleiden terwijl ik ondertussen vlug het body’tje uitdeed? Met de oudste kan het namelijk 2 kanten uit. Optie 1: hij leidt de actieve peuter even af en doet daarna verder met wat hij aan het doen was. Optie 2: het afleiden ontaardt in een uitbarsting van druk doen en zotternij, waarbij de jongste helemaal over de grenzen van de gekte gaat. De oudste zoon is namelijk zelf ook heel snel afgeleid en durft al wel eens vergeten dat hij het eigenlijk doet om mij te helpen. Deze keer had ik geluk, met een pluche dino en een gek liedje van de oudste vergat de jongste zijn onwil om uit- en aangekleed te worden.
Het is een vraag die ik me al vaak gesteld heb. Wanneer ga je de confrontatie aan, en wanneer gebruik je je beste tactieken om je kind af te leiden en zo je slag thuis te halen? Soms voel je je gepusht door je omgeving om je voeten stevig neer te planten en geen duimbreed toe te geven. Vooral in supermarkten, met de altijd aanwezige afkeurende dames die zelf blijkbaar nooit van hun leven met een actieve peuter te maken hebben gehad die helemaal los gaat omdat hij de korstjes uit de afvallade van de broodsnijmachine niet krijgt. Je laat dan wel aan de wereld zien dat er met jou als mama niet te sollen valt, maar het eindigt met tranen (de peuter), een rood en bezweet hoofd (beiden) en het gevoel dat dit toch beter opgelost had kunnen worden (jijzelf). Volgende keer toch maar weer collect & go?
Er zijn natuurlijk momenten dat je moet laten zien wie de baas is. Operatie Desert Storm naspelen in de zandbak en je mede-peuters met zand bekogelen kan nooit door de beugel. Net als de oudere broers pijn doen en stempelen op het behang (de actieve peuter heeft onlangs de muur in de woonkamer waar zijn potje tegen staat gedecoreerd met een roze stempeltje van de Hema, very stylish). Maar vaak genoeg ga ik voor de afleiding. Een huilbui omdat het favoriete broodbeleg op is of een peuter die het in zijn hoofd heeft gestoken om de pindanootjes één voor één in het rooster van de verwarming te gooien? Dan opteer ik voor een liedje, een gek gezicht of de hulp van één van de broers Een mama kan maar een bepaald aantal confrontaties per dag aan, en soms heb je je limiet al heel vroeg op de dag bereikt.
Welke manier het beste is? Ik weet het nog altijd niet. Dat het niet blijft lukken, dat weet ik dan weer wel. De oudste mag dan nog zo’n warhoofdje zijn, die trucs pakken bij hem niet meer.